Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want gij [4]hebt gezegd: Wat [5]zou zij [6]u baten? Wat meer voordeel zal ik [[7]daarmede] doen, dan met mijn zonde? 4. Vergelijk hfdst.9 vs.20, en hfdst.10 vs.15. 5. Te weten, uw gerechtigheid. 6. Namelijk, uw persoon, o Job. 7. Dat is, met mijn gerechtigheid en vroomheid. Job had zulks geklaagd uit ongeduldigheid, omdat hij, vroom zijnde, schrikkelijk geplaagd en wredelijk veroordeeld werd.